Armere huishoudens die afhankelijk zijn van hun brandstofauto, komen mogelijk in de knel door de transitie naar duurzamere vervoersmiddelen. Dat blijkt uit onderzoek dat TNO uitvoerde.

De onderzoekers vonden dat een groep van tussen de 113 duizend en 270 duizend huishoudens in Nederland kwetsbaar is voor de fiscale maatregelen en beleid dat duurzamere mobiliteit aan probeert te wakkeren. Zij bevinden zich vooral in middelgrote steden en zijn afhankelijk van hun brandstofauto, maar hebben niet voldoende middelen om bijvoorbeeld een elektrische auto aan te schaffen.

Deze huishoudens lopen steeds meer tegen problemen aan. Zo wordt de brandstofauto steeds duurder in gebruik en wordt het met de opkomst van milieuzones ook lastiger om overal te komen.

De extra kosten moeten wel geslikt worden, omdat er voor deze groep geen alternatief bestaat. Het zou volgens TNO kunnen leiden tot ‘vervoersarmoede’, waarmee het onderzoeksinstituut wil zeggen dat de leden van deze huishoudens mogelijk bepaalde banen, voorzieningen en relaties niet meer kunnen bereiken, omdat ze hier geen geld voor hebben.

Uit het onderzoek blijkt verder dat zo'n 60 tot 70 procent van deze huishoudens ook als energiearm gezien wordt. Dat wil zeggen dat ze in een slecht geïsoleerd huis wonen en daardoor relatief hoge energielasten hebben

Accijnsverlaging is niet kostenefficiënt

De door de overheid tussen 2022 en 2023 ingevoerde accijnsverlagingen op brandstof hielp de zwaarst getroffen huishoudens zeker. De onderzoekers vonden dat deze tussen de 260 tot 300 euro op jaarbasis bespaarden op de brandstofkosten, terwijl dit voor gemiddelde huishoudens op zo'n 185 euro uitkwam.

Het probleem is dan ook niet dat een accijnsverlaging niet werkt, het is dat het schieten met hagel is. Het is geen goed middel om slechts een klein deel van de Nederlandse huishoudens te helpen met een specifiek probleem. TNO berekende dat slechts 2 procent van de totale kosten van de accijnsverlaging de kwetsbare huishoudens ten goede kwam.

Waar de oplossing voor deze kleine risicogroep ligt, weet TNO niet. Aangezien de huishoudens zich vooral bevinden in middelgrote steden, stelt het onderzoeksbureau voor dat er goed gekeken moet worden naar alternatief vervoer zoals de elektrische fiets, deelvervoer en openbaar vervoer.

LEES OOK: Deelvervoer populair: 2 op de 3 Nederlandse ondernemers verwacht auto of fiets te gaan delen